donderdag 29 juli 2010
Knight and day
Dit overkomt June. Tijdens de vlucht ontmoet ze een man, Roy, waar ze zich tot aangetrokken voelt. Als ze uit het toilet komt (waar ze zichzelf op komische wijze moed inspreekt), duurt het niet lang voor ze tot de ontdekking komt dat iedereen in het vliegtuig, inclusief de piloot en co-piloot (wat Roy luchtig mededeelt), dood is. Gelukkig weet Roy het vliegtuig aan de grond te krijgen.
Daarna drogeert hij haar en ineens is June weer in haar huis. Vanaf dat moment komt June niet meer van hem af. Telkens weer raakt ze verzeild in zijn bizarre situaties, en dat allemaal om een superbatterij te redden van ene Simon Feck, die Roy blijkbaar ook in veiligheid moet brengen.
Na een hoop spannende scènes lijkt het dan afgelopen: Roy valt in het water en lijkt dood. June kan hem echter niet loslaten en gaat op zoek naar hem. Ze doet dit door de 'slechteriken' te vertellen dat zij de superbatterij heeft, in de hoop dat Roy hier op af komt. Het einde van het verhaal is lichtelijk voorspelbaar, maar toch ook verrassend. Eigenlijk is het vooral grappig.
Deze hele film zit vol met humor en leuke grapjes. Hij bevat actie, spanning, humor en een goed geportioneerd vleugje romantiek. Leuk voor zowel man als vrouw. Het is niet moeilijk om het verhaal te blijven volgen, gezien het plot niet al te ingewikkeld en soms wat voorspelbaar is. 'Knight and day' is geen hoogstandje wat betreft het verhaal, maar wel ontzettend leuk en vermakelijk. Er zitten een hoop leuke teksten tussen en hij verveelt niet.
Bovendien worden we getrakteerd op veel hilarische blikken van Cameron Diaz. Ze reageert vooral in het begin van de film geschokt en ietwat hysterisch op alles wat Roy, gespeeld door Tom Cruise, doet. Later zien we dat ze zich ontwikkelt en groeit tot een moedige, stoere vrouw.
Voor een leuk avondje vermaak, zou ik deze film zeker aanraden. Heb je behoefte aan een diepgaander en complexer plot, dan is dit misschien niet de juiste film. Ik heb het in ieder geval erg naar mijn zin gehad en met plezier gekeken.
dinsdag 27 juli 2010
Hij was zo dichtbij
''Wie niet weg is...'' Horen ze hem roepen. Joris springt snel de struiken in en trekt Pien met zich mee. Haar blonde vlechtjes dansen op haar schouders.
''Au, joh!'' Roept ze uit. Joris gebaart dat ze stil moet zijn en het jongetje, Pieter, komt voorbij gelopen. Als hij iets verderop is, springt Pien uit de bosjes en zet het op een rennen. Pieter draait zich om en gaat achter haar aan. Als hij bijna langs Joris is, mindert hij vaart en stopt uiteindelijk even. Hij kijkt rond en gaat er vervolgens alsnog als een haas vandoor. Tsja, dan had die domme Pien maar niet weg moeten rennen, denkt Joris. Hij blijft veilig op zijn schuilplaats zitten en wacht zijn kans af.
''Joris! Joor, je bent erbij-hij!'' Hoort hij plotseling. Huh? Hoe kan dat nou? Pieter is hier helemaal niet meer in de buurt geweest. Hoe kan hij me nou gezien hebben? Denkt Joris bij zichzelf. Langzaam komt hij omhoog en stapt uit de bosjes. Daar staan Pieter en Pien, samen met alle andere kinderen.
''Schiet op Joor, jij bent 'm!'' Roept Pien. Stomme Pien. Het is haar schuld dat hij erbij is. Joris loopt met gebogen hoofd op de groep af en probeert nog onder zijn beurt uit te komen. Maar alle kinderen zijn er al en hebben vrij gebuut. Alleen Joris niet. Met tegenzin begint het jongetje te tellen, zijn handjes voor zijn groene ogen houdend. Hij hoort alle kinderen wegrennen en telt door. Steeds ietsjes sneller, zodat zijn beurt sneller voorbij is.
Als Joris klaar is, gaat hij zoeken. Dan hoort hij geritsel, kijkt om, maar hij ziet niemand. Joris is op zoek naar Pien. Nu moet zij hem maar zijn. De andere kinderen kunnen hem gestolen worden.
''Buut vrij!'' Hoort hij een paar keer achter zich. Even werpt hij een blik op de boom en ziet zijn roodharige buurmeisje en het chocoladekleurige jongetje van drie straten verderop. Een paar minuten later schreeuwt ook Pieter dat hij er is. Joris kruipt in zijn laatste schuilplaats, maar Pien is er niet. Hij gaat de bocht om en kijkt bij alle mensen in de tuin, achter muurtjes en onder auto's. Dan bedenkt hij zich dat Pien misschien ook al bij de boom is geweest en gaat terug.
''Pfff, wat ben jij traag zeg!'' Zucht het roodharige meisje. ''Heb je Pien nou nog niet gevonden?'' Boos schudt Joris zijn hoofd. Hij rent de andere kant op en zoekt, zoekt, zoekt. Maar Pien is er niet. Joris keert weer terug naar de boom.
''Ik ga naar huis,'' Zegt Pieter. ''Jij bent een waardeloze zoeker,'' Voegt hij eraan toe.
''Nou, jij hebt mij alleen maar gevonden omdat Pien mij verraden heeft!'' Pieter kijkt met grote, verbaasde ogen naar Joris.
''Niet waar. Ik zag je zelf,'' Zegt Pieter.
''Jij weet wel waar Pien is, niet waar? Jullie spelen vals! Jullie zijn gemeen!'' Roept Joris, steeds een beetje bozer. Pieters ogen worden waterig en hij kijkt vlug naar de grond.
''Waar is ze?'' Vraagt Joris. De andere kinderen schudden hun hoofd en zeggen dat ze niet weten waar het meisje is. Pieter kijkt op. ''Ik weet het niet,'' Zegt hij. Joris wordt woedend en begint Pieter te duwen. De andere kinderen schreeuwen en Pieter rent zo gauw hij kan weg en al snel volgen de buurkinderen hem. Joris blijft alleen achter.
Hij loopt het park in en volgt het voetgangerspad. Joris staart naar de grond en begint zijn pas te vertragen. Al slenterend probeert hij Pien te vinden. Na een uur ploft hij neer in het gras en kijkt op. Ineens ziet hij het huis aan de overkant van het water. Het witte huis. Joris had verhalen gehoord, maar het huis zelf was hij nog nooit tegen gekomen. Papa en mama hadden hem nadrukkelijk verboden om zo ver van huis te gaan. Schichtig kijkt Joris om zich heen, maar gelukkig is er niemand te zien. Helaas geldt dat ook voor Pien. Waar is ze toch?
Het witte huis doet Joris aan een verhaal herinneren. Toen Joris jarig was, mocht hij een partijtje geven. Samen met zijn vriendjes ging hij kamperen. Bas, zijn broer, vertelde die avond enge verhalen. Joris en zijn maatjes hingen aan Bas' lippen en luisterden ademloos. Met grote ogen staarden ze hem aan.
''Dat witte huis, hebben jullie dat weleens gezien?'' Vroeg Bas aan zijn broertje en de andere jongens. Ze knikten allemaal bevestigend.
''Dat huis is behekst. De heer Govaarts bewoont het huis. Vroeger woonde hij er met zijn vrouw en dochter. Nu is hij weduwnaar. Zijn vrouw is overleden, volgens de geruchten dankzij haar eigen man. Zijn dochter kan niet voor hem zorgen nu hij oud en eenzaam is, want ik heb horen zeggen dat hij haar vermoord heeft...'' De jongens bleven stil en hadden ongelovig naar Bas gekeken.
''Echt waar?'' Vroeg kleine Tim met een piepstemmetje.
''Echt waar. Nu... Nouja, blijf maar gewoon uit de buurt van dat huis,'' Eindigde Bas.
''Waarom?''
''Omdat hij jullie anders pakt, net als zijn dochter. Hij is behekst! De geest van zijn vrouw waart nog steeds rond, die man is gestoord en bezeten door haar,'' Bas schudde zijn hoofd en stond op.
''Bovendien zijn jullie toch mietjes,'' Had hij eraan toegevoegd.
''Nietes!'' Riep Joris verontwaardigd uit.
''Jullie zijn al bang door mijn verhalen. Jullie zijn zulke mietjes, dat hij jullie ook aan zal zien door meisjes,'' Had Bas gezegd terwijl hij wegliep.
Op haar tenen sluipt Pien naar het raam. Het stinkt verschrikkelijk en ze verlangt naar frisse lucht. Maar tot haar grote teleurstelling lijkt het raam niet open te kunnen. Hé! Daar zit Joris! Joris! Pien zwaait met haar armen, maar raakt per ongeluk een vaas, die met een hels kabaal aan diggelen valt.
''Wat mot dat? Wat gebeurt daar?'' Een zware stem buldert door het huis. Teleurgesteld stopt Pien met zwaaien. Bij het horen van de naderende voetstappen zinkt de moed haar in de schoenen en wordt ze weer overmand door angst...
zaterdag 24 juli 2010
Inception
vrijdag 23 juli 2010
Diner voor 2 - Heather & Rose MacDowell
'Diner voor 2' luidt de titel van het boek, gedrukt in een chique lettertype, gesierd met bloemetjes en pumps. In tegenstelling tot de kreeft op de kaft van 'Het Diner', wekt deze kreeft niet de indruk dat dit boek over lekkere recepten gaat. Op voorhand vermoed ik al een klef liefdesverhaal en vrees ik voor taalgebruik waar ik niet van houd (aan de hand van '2' in de titel).
In het begin was ik wat onwillig om dit boek te lezen, maar al snel, heel snel greep het verhaal mij. Erin is werkloos en komt via via bij Roulette, een trendy toprestaurant in New York, terecht. Het lijkt erop dat alles haar tegen zit: ze blinkt niet uit in haar werk als serveerster, die leuke kok merkt haar niet op en tot overmaat van ramp zadelt haar beste vriendin haar op met een nieuw, harig vriendje die haar huisbaas eigenlijk niet duldt. O, en de chef-kok heeft een hekel aan haar.
Alsof haar eigen 'problemen' nog niet genoeg zijn, is er tussen de chef-kok van Roulette, Carl, en Rick Holland, eigenaar van een ander toprestaurant, een soort van vete aan de gang. Erin wordt samen met wat collega's op pad gestuurd om Holland's restaurant te 'bespioneren' en dat maakt het er niet gemakkelijker op.
We volgen Erin tijdens haar gehele carrière bij Roulette. We zien haar vallen en opstaan (letterlijk) en groeien. Dit boek is geen klef liefdesverhaal. De liefde is slechts een bijzaak. Dit verhaal heeft een veel belangrijkere les, die ikzelf ook geleerd heb. Soms moet je een andere weg nemen die naar Rome leidt, om erachter te komen dat jouw 'Rome' iets heel anders is. Het verhaal gaat over keuzes maken en risico's durven nemen. Moed hebben, niet opgeven en voor jezelf op durven komen.
Dit boek was als een verfrissende wervelwind. In een vlot tempo geschreven, gemixt met een vleug humor en een grote snuf inlevingsvermogen. Ik ben blij dat ik gekozen heb voor dit boek, waarmee mijn vooroordelen over chicklits toch duidelijk tegengesproken worden. Een chicklit is niet per definitie slechts een klef liefdesverhaal met 'shopaholics', maar kan wel degelijk een boodschap met zich meebrengen en een belangrijk thema aanhalen zonder dit zwaar te maken.
Na het lezen van 'Diner voor 2' zal ik zeker vaker kijken naar chicklits - in de hoop dat deze net zo verrassend zullen zijn. Met dit boek geniet je van de meest vreemde, culinaire benamingen van gerechten en vooral van de turbulente tijd die onze hoofdpersoon meemaakt.
ISBN: 9789044321227
dinsdag 20 juli 2010
Verandering van spijs
Oh God. De enige op het perron. Dat méén je niet. Hoewel mensen denken dat vrouwen standaard gek zijn op alles wat lief, klein en kind is, voelt zij een enorme afkeer. Sterker nog, ze heeft een hekel aan kinderen. Ze slapen, eten, poepen, huilen en kosten geld. Als ze ouder worden, krijgen ze ook nog eens een eigen willetje erbij en gaan 'nee' zeggen. Luisteren zit er dan al helemaal niet meer bij. Tenslotte zijn het meestal verwende krengetjes die van alles 'willen'.
En nu staat ze daar toe te kijken hoe dit klein ventje in paniek is. Nog steeds is zij de enige die hem kan zien en horen. Oké, oké. Na tien minuten besluit ze om toch even te gaan kijken. Zich afvragend hoe oud hij zou zijn, schuifelt ze naar hem toe. Traag, het moment uitstellende. Ze tikt het kleine mannetje op zijn schouder en verschrikt draait hij zich om. Hij heeft zijn grote, bruine ogen wijd opengesperd en grote tranen rollen over zijn wangen. Hij brabbelt iets onverstaanbaars en kijkt haar hoopvol aan.
''Ehh...'' Shit! Wat moet ze nou doen? Waar heeft hij het over? Weer kijkt ze om zich heen terwijl een lichte paniek begint op te komen. Hij zet zijn ogen nog groter op en de vochtigheid neemt duidelijk toe. Zijn lipje begint te trillen en binnen een paar seconden loopt er een waterval over zijn wangen, die gepaard gaat met paniekerige kreten van het jongetje.
''Ssst. Rustig nou maar. We willen niet dat je teveel aandacht trekt,'' Zegt ze, terwijl ze zijn handje vastpakt in een poging hem stil te krijgen. Of eigenlijk wel, denkt ze bij zichzelf. Maak veel herrie en trek de aandacht van iemand. Iemand. Als ik het maar niet ben. Zijn donkere haartjes waaien wild heen en weer als er een trein binnen komt rijden. Pijlsnel draait ze zich om en een dilemma ontvouwt zich. Het jongetje klemt zich met zijn kleine vuistjes om haar benen heen en zijn geschreeuw neemt wat af.
Uiteindelijk pakt ze hem boos op en loopt naar de roltrap. Hopend dat er iemand bij het loket is, neemt ze het jongetje mee naar boven terwijl hij zijn gezichtje tegen haar borst drukt. Zijn ogen staan groot en angstig en de tranen rollen nog altijd over zijn wangen. Zachtjes zegt hij: ''Mama?'' Ze kijkt naar hem en hoopvol probeert hij het nog een keer. ''Mama?'' Een moment van vertedering overvalt haar en ze aait het kereltje over zijn bol.
Tot haar grote teleurstelling is er niemand bij het loket. Het station is verlaten, net als het jongetje waar zij nu de zorg voor draagt. Ze zet hem neer op een bankje en gaat naast hem zitten. Zachtjes snikkend kijkt hij om zich heen. ''Mama?'' Zijn kleine stemmetje bibbert.
''Nee, ik ben jouw mama niet,'' Zegt ze tenslotte, onzeker wat ze moet doen. Zijn oogjes zijn als die van een onschuldige puppy en langzaam begint ze te ontdooien. Uit haar tas pakt ze een tijdschrift met plaatjes en bladert er samen met hem doorheen. Ze ontspant iets en het verdrietige kereltje wordt ook wat rustiger. Even kijkt ze naar hem en haar adem stokt. Haar bloed begint langzaam te borrelen en ze realiseert zich weer waarom ze zo'n hekel heeft aan kinderen. Ze zijn niet alleen lastig, maar ook nog eens walgelijk en peuteren in hun neus, wat het jochie nu uitgebreid aan het doen is.
''Gadver!'' Roept ze uit. ''Houdt daar mee op!''
''Benjamin! Waar was je?'' Ze schrikt op uit het tijdschrift terwijl er een vrouw met donker haar op haar afgestormd komt. Nadat ze het jongetje z'n graafpoging naar groen goud wist te staken (met moeite, zijn vinger zat praktisch vastgelijmd), had ze het 'plaatjes lezen' met hem voortgezet en de vrouw niet zien of horen aankomen. Alsof ze uit het niets was verschenen. De dame ziet er verwilderd maar opgelucht uit. Het jongetje wat blijkbaar Benjamin heet, begint te stralen en roept liefdevol met zijn kleine stemmetje terug: ''Mama!'' Hij springt van het bankje en rent op zijn korte beentjes naar zijn moeder, die hem met een gelukkige uitdrukking in haar armen sluit.
''Het spijt me, heeft hij je overlast bezorgd? Ik begrijp nog steeds niet hoe, maar sinds hij kan lopen kun je hem geen seconde uit het oog verliezen,'' De vrouw ratelt aan één stuk door, lichtelijk hysterisch door de stress die haar zoon haar bezorgd heeft.
Niet veel later staat ze weer alleen op hetzelfde perron, te wachten op haar trein. Wat een leuk knulletje was het, denkt ze bij zichzelf. Ik hoop dat mijn zoontje later ook zo is... Met een glimlach stapt ze in de intercity.
Scheurmonster
De krachten zijn vreemd, bizar. De wind, zwaartekracht, wrijving. Het menselijk lichaam is prima in staat om dat allemaal tegen te gaan. Te weerstaan. Je hoofd lijkt soms wat uit balans te gaan en moet even herstellen. Reflexen doen hun werk.
Het landschap zoeft voorbij. Bij iedere versnelling giert de adrenaline door je lijf. Dat je door de ongewone houding waarin je zit last krijgt van gewrichten en spieren, merk je pas bij het afstappen. Bovendien, dat kan je helemaal niets schelen. Want wat was het fijn. Wat was het genieten. Ik wil nog een keer.
zondag 18 juli 2010
Mispoes
Misschien is hij wel aankomend wereldkampioen. Ze zouden in een prachtige villa leven, met niet alleen een zwembad maar natuurlijk ook een tennisbaan in de tuin. De kinderen zouden dubbele namen krijgen en alles wat hun hartje begeert. Het zou er sowieso al naar uitzien dat ze haar kinderen, met welke man dan ook, flink zou verwennen. Zij zou een eigen auto rijden, een cabrio. Stiekem hoopte ze op een Volkswagen Beetle, cabrioletuitvoering, metallic groen. En een mooie, passende zonnebril. Misschien zou eindelijk dat ene montuur van Ray-Ban of wellicht Chanel op haar neus pronken. Hij zou wedstrijden spelen, maar veel thuis kunnen zijn om te trainen. Daar is die tennisbaan toch voor? Zij zou ondertussen dikke vriendinnen zijn met Serena en Venus Williams, misschien ook wel met de familie Krajicek.
Ze schrikt op uit haar gedachten en fantasieën. Wat is ze verschrikkelijk stom. Ze heeft zo zitten dagdromen en haar kans misgelopen. Ze zal het nooit weten.
De trein reed de stationshal uit. Met hem. Zonder haar. Gemist.
donderdag 15 juli 2010
Cacao-ufo's
- 125 gram boter
- 100 gram suiker
- 1 ei
- 200 gram zelfrijzend bakmeel
- Cacaopoeder
- Geraspte kokos
- 90 gram pure chocolade ( ½ van een grote reep á 180 gram)
dinsdag 13 juli 2010
Het weerzien
Met een glimlach zo oprecht
Je glundert
Voor mij een innerlijk gevecht
Ik hoop
Op de tafel een heerlijk gerecht
Je geniet
Hebben we het eindelijk gezegd
Ik straal
Ik geloof in ons samen, echt
Wij
maandag 12 juli 2010
Toy Story 2
Toy Story 1
vrijdag 9 juli 2010
De koffer
Ze kwam daar echter nooit aan
Omdat ze naar de salon is gegaan
Zo verlangde ze naar ijs
Een klein, lelijk doffertje
Maar wat zou hij gaan stralen
Als hij het vliegtuig zou halen
Een dromend, dik poffertje
Over steentjes die niet bevielen
Maar hobbelen zou ze daar
En wat was ze toch zwaar
‘Pssst’ deden haar kleine ventielen
donderdag 8 juli 2010
De weg naar Callisto - Torsten Krol
woensdag 7 juli 2010
Genoeg geweest
Ik zou me nu gewoon weleens willen verstoppen
Even weg zijn
Voor de hele waarheid zich zal ontpoppen
Want die doet nu al pijn
Mijn tranen ontkennen
De dag beginnen met een glimlach
In plaats van hard weg willen rennen
Want dat is egoïstisch gedrag
Zenuwslopend is het afwachten
Het afwachten van de uitslag
Die hopelijk de pijn zal verzachten
Zodat opa nog lekker genieten mag
Maar weten doen we niets
Noch kunnen we voorspellen
Kon ik nou maar iets
Maar ik kan zelfs niet even bellen
Ik wil nu gewoon mijn hoofd in jouw armen leggen
Zodat mijn huilen gesmoord wordt
Je misschien iets troostends horen zeggen
Zodat ik niet nog verder instort
Of houd me gewoon stilletjes vast
En laat me niet meer gaan
Ook al is het een emotionele balast
Samen met jou kan ik het wel aan
Op van de zenuwen en vooral heel bang
Dromen die terugkomen als vage vegen
Het ongeluk duurt gewoon veel te lang
Ik kan er niet meer tegen
Ik kan er gewoon niet meer tegen.
Daar was hij
‘‘Kom op kind, het is een belangrijke dag vandaag. Wat is er toch mis met je?’’ Haar handen plakten van de gel die ze in het haar van Vicky’s jongste broertje smeerde. Het jongetje stond er onwillig bij en probeerde uit de greep van zijn moeder te komen.
‘‘Niks, mama,’’ ze liet een diepe zucht ontsnappen en propte het laatste stuk brood in haar mond. Terwijl ze dat deed, riep haar moeder vanaf de auto. ‘Dat mens is abnormaal,’ dacht ze bij zichzelf.
‘’Victoria Susanna de Wit,’’ klonk het door de microfoon. Vicky schrok op bij het horen van haar naam en kreeg een bemoedigend schouderklopje van haar beste vriendin, Maria.
‘’Deze jongedame hier krijgt de eervolle vermelding tot beste leerlinge van het gymnasium dit jaar. Niet alleen heeft zij de hoogste cijfer op haar diploma staan, ook is zij aangenomen aan de meest prestigieuze universiteit in Amerika,’’ De man was kaal en had een glimmend hoofd. Vicky moest zijn glimmende hand aannemen, die er bezweet en plakkerig uit zag. Van binnen gruwelde ze even, maar toch schudde ze de uitgestoken hand en nam haar felicitaties in ontvangst.
‘’Dit is niet hoe een geslaagde eruit zou moeten zien, Vicks,’’ Vicky schudde slechts haar hoofd en was blij toen haar moeder haar weer riep.
‘’Ik wil graag toosten op mijn dochter,’’ kondigde Vicky’s moeder aan terwijl ze tegen haar wijnglas tikte. Te zachtjes, omdat ze bang was het kristallen glaswerkje te beschadigen. Vicky wendde haar hoofd af en sloeg toen pas haar ogen op. Haar moeder stond te stralen en begon een toespraak.
‘’We hebben dan ook hoge verwachtingen van haar. We willen niets liever dan dat ze zal uitblinken en stralen. Dat ze de beste zal zijn. Haar prestaties zullen beter zijn dan die van de rest!’’ Riep haar moeder vol overtuiging. Maar Vicky zag het niet als overtuiging. Het was dwang, pure dwang.
‘’Ik zou je straks toch pas zien?’’ vroeg ze. Een lichte trilling was al hoorbaar in haar stem. Zijn donkerbruine ogen doorboorden haar terwijl hij begon te praten. Hij begon te praten en bleef doorgaan. Hij werd kwader en kwader en de blik in zijn ogen veranderde. Vicky voelde een angst in haar groeien en probeerde een gesprek met hem te voeren.
‘’Ssst! Houd je kop, straks komt er iemand naar boven!’’ snauwde hij haar toe terwijl hij haar arm stevig vast greep en flink kneep. Dat idee echter sprak Vicky wel aan en ze begon te gillen, steeds hysterischer. Hij sleurde haar mee het balkon op en sloot de deur achter zich. Vicky probeerde ondertussen naar het balkon van de buren te klimmen, iets wat ze als klein meisje zijnde vaker had gedaan. Hij pakte haar been en zij verloor haar evenwicht.
vrijdag 2 juli 2010
Verlaten op het station
In de bus gaat dit vlekkeloos. Ik check in en als ik uitcheck, geeft het apparaatje braaf aan voor hoeveel euro’s ik weer gereisd heb. Nog nooit problemen mee gehad. Ook opladen bij de oplaadpunten gaat prima. Maar reizen met de trein is en blijft een probleem.
Zo is er natuurlijk een periode geweest dat niemand kon inchecken. Gedurende die periode konden conducteurs ook niet zien wie wel en geen student was. Gratis reizen was geen probleem. Echter, nu kunnen ze dat wel zien en ik probeer dus trouw in en uit te checken. De enige kink in de kabel hier is dat die poortjes keer op keer hysterisch beginnen te piepen en aangeven dat ‘in- en uitchecken niet mogelijk is’.
Als ik naar een conducteur stap en hem mijn probleem voorleg, is de standaard reactie dat ik student ben en dus niet hoef in te checken en dergelijke. Prima, want hij doet het toch niet. Maar vandaag had ik een conducteur die mij kwam controleren en er toch echt anders over dacht. Hij zag dat ik geen reisrecht had (waar ik zelf ook nogal bevreemd van opkeek) en ging informeren. Hij kwam tot de conclusie dat ik in september pas weer ga studeren en volgens hem kan ik tot die tijd mijn OV chip niet gebruiken. Wat?! Maar ik kan toch op saldo reizen? Nee, volgens meneer niet.
Uiteindelijk zette hij me in Den Dolder (Bilthoven ingestapt) uit de trein en moest ik daar een kaartje kopen naar Amersfoort . In de hitte heb ik een halfuur staan wachten op de volgende trein en was daardoor te laat in Amersfoort (gelukkig bleek dit geen gevolgen te hebben). Ik had ook de optie om te blijven zitten, maar dan zou ik wel een boete van €35,- moeten betalen. Daar pas ik toch echt voor.
Terwijl ik op Den Dolder stond te wachten, kwam de sprinter naar Baarn langs. De conducteur van die trein vroeg of ik mee moest en ik vertelde hem mijn verhaal. Onredelijk, vond hij het. Hij zei dat hij me gewoon een kaartje op Amersfoort had moeten laten kopen en dat dit niet kon. Het grappige was dat toen papa in de trein zat, op weg naar Utrecht, hij ook een conducteur aansprak. Dit bleek dezelfde conducteur te zijn als die van de sprinter naar Baarn.
Ik ben het spuugzat dat er zoveel onduidelijkheid is over het gebruik van de OV chipkaart. Ik weet nu niet of ik wel of geen gewoon kaartje moet kopen, of de kaart moet blijven proberen. Het wordt tijd dat er wat opheldering komt. Er wordt dan ook zeker nog werk van gemaakt.
Ontpoppende prinses
- Lancôme Bi-Facil (oogreiniging)
- Lancôme Baume Éclat (gezichtsreiniging)
- Lancôme Hypnôse (mascara)