dinsdag 10 augustus 2010

Des souvenirs Parisiens

Het was één van die zeldzame momenten waarop ik met mijn slaapdronken hoofd bij het wakker worden mij direct realiseer wat voor 'n dag het is. Vrijdagochtend 6 augustus om vijf uur had ik zo'n moment. Ik wist het meteen: vandaag gaan we naar Parijs!

Een uur later zaten we in de auto - Ruben achter het stuur en ik in mijn boek, nog altijd slaapdronken - wakker te worden met 'One (your name)'. Een kleine vijf uur en tussenstop voor 'gaufrettes traditionelle' en een 'pain du chocolat' later reden we Arc De Triomphe tegemoet, met direct een eerste bizarre beleving. We kwamen terecht op de rotonde (waar Arc De Triomphe in het midden staat). De rotonde heeft geen verkeersborden, strepen of andere tekens van verkeersregels. De enige regel die geldt: rechts gaat voor. Er zijn geen banen, maar er rijden rustig vijf auto's naast elkaar. Absoluut ongeschikt voor mensen die bang zijn in het verkeer en geen gas durven te geven of kansen te pakken. Absoluut geschikt voor mij, want het is onwijs gaaf.

Parijs is wat betreft autorijden überhaupt niet geschikt voor bange, minder-bekwame automobilisten. Overigens ook niet voor voetgangers die altijd aannemen dat ze voorrang hebben èn krijgen op een zebrapad: in Parijs staat er niet voor niets bij ieder zebrapad een verkeerslicht. Naast zebrapaden is Parijs natuurlijk bebouwd met de meest prachtige gebouwen, allemaal met fantastische details. Franse balkonnetjes, lange, smalle ramen, luikjes, mooie ornamentjes rondom de ramen en deuren. Alleen dat al is zo tekenend voor Parijs en de sfeer die de stad ademt. Geen gebouw is hetzelfde en ook bij kunstwerken zien we dat alles anders is, hoe klein het detail ook mag zijn. Trottoirs zijn erg verschillend, soorten, kleuren en maten steen variëren keer op keer. Geen straatje is hetzelfde.

Wat mij overigens ook nog is opgevallen, is dat Fransen voornamelijk Franse auto's kopen. Het barst er van de Citroëns, Peugots en Renaults. Franse auto's genieten niet echt mijn voorkeur, al vond ik het wel leuk om wat ds3-en te zien, die in Nederland nog weinig op de weg te bewonderen zijn. Een Mercedes en/of BMW hier en daar, maar merken als Fiat, Ford, Seat, Suzuki, Chevrolet, Hyundai en Honda zijn in Parijs behoorlijk schaars. Er schuift nog weleens een enkele Opel of Volkswagen voorbij, maar zelfs die zie je erg weinig.

Na een korte opfrisbeurt in het hotel was het eindelijk tijd om Montmartre (waar we sliepen) in te gaan. Nog voor ik de Sacré Coeur zag, viel ik al van de ene verbazing in de andere. Als eerst Place du Tertre, het schilderspleintje. Het pleintje wordt omringd door gebouwen, voornamelijk restaurantjes. Het midden van het plein staat vol met terrasjes en om die terrasjes heen staan de schilders hun werk te verkopen. Ze mengen de verf en maken hun schilderijen terwijl iedereen (het wemelt er immers van toeristen) gewoon rondloopt en vakantie viert. Er zijn kunstenaars die ter plekke portretten maken voor en van betalende toeristen. In houtskool, potlood, inkt of als karikatuur, we komen het allemaal tegen. Het is niet voor niets dat we na het bezichtigen van de Sacré Coeur neerstrijken op een terrasje op Place du Tertre en genieten van een echte, Franse crêpe.

De Sacré Coeur is de mooiste kerk (of basiliek) die ik ooit gezien heb. We zijn er niet in geweest, omdat het erg druk was en omdat we natuurlijk maar een paar dagen in Parijs zouden zijn. Kijk je niet naar de Sacré Coeur, dan is er altijd nog het prachtige uitzicht over Parijs en de eerste blik op de Eiffeltoren. De Eiffeltoren schijnt altijd erg druk bezocht te zijn met ellenlange wachttijden, dus we besloten om het op vrijdag te gokken, er vanuit gaande dat het in het weekend nóg drukker zou zijn. Even met de metro en een wandeling langs de Seine bracht ons bij de Eiffeltoren. Het geluk was met ons en na een poosje wachten stonden we in de lift in de Eiffeltoren, op weg naar de tweede verdieping. Het uitzicht is adembenemend en smeekte gewoon om foto's.

De volgende activiteit, na een hele tijd op de Eiffeltoren rondgelopen te hebben, was de Notre Dame. In Parijs hebben ze een 'Batobus'. Batobus? Ja, een bus op het water dus. Het is niet letterlijk een bus, maar gewoon een boot waar een behoorlijk groot aantal mensen op kan. De boot stopt bij een aantal bezienswaardigheden, waar de mensen in en uit kunnen stappen. Net als bij haltes. Veertig minuten genieten op de Seine, deinend op de golven. Heerlijk, even een indommel-momentje. Toen de Notre Dame in zicht kwam, was ik echter weer klaarwakker. Wederom hebben we deze alleen van buiten bewonderd, want de rij met mensen was immens lang. Bovendien begonnen onze buikjes te rommelen en was het tijd om op zoek te gaan naar een restaurantje.

Hoe precies weet ik niet meer, maar na veel lopen en nog een metro zijn we bij een tentje op Place de Trinité beland, waar we heerlijk gegeten hebben. Het plan was om die avond nog naar Tour Montparnasse te gaan, maar uiteindelijk zijn we, na nog wat sight seeing, teruggekeerd naar het hotel en lekker gaan slapen.

De volgende ochtend werd ik begroet met een immense spierpijn in mijn kuiten. Niet zo comfortabel met het lopen, maar dat hebben we er voor over. Eén van de dingen die ik ontzettend leuk vind aan Parijs, is het ontbijt. We hebben natuurlijk geen ontbijt in het hotel genomen, maar zijn zelf Montmartre in gegaan en hebben iets bij een klein tentje gegeten. In Nederland zou je een bord krijgen met het voedsel erop, maar in Frankrijk niet. Je krijgt je brood gewoon in een mandje en de jam en boter er los bij. Er is keuze uit koffie, thee en zelfs warme chocolademelk. Sinaasappelsap of citroensap, het kan allemaal en is versgeperst. Ruben heeft genoten van het ideale ontbijt: een pain du chocolat, stokbrood, warme chocolademelk en sinaasappelsap. Het is dat ik niet tegen cacao en sinaasappel kan, anders had ik het wel geweten. Gelukkig zijn croissants nergens zo lekker als in Frankrijk en is citroensap een geheel nieuwe en verrassend genoeg tikkeltje zoute ervaring. Na dit heerlijke en charmante ontbijt nog even een gezond appeltje bij de groenteboer happen en op naar een nieuwe dag.

Als eerst Arc de Triomphe, maar nu niet vanuit de auto. Ook hier barst het weer van de toeristen en gekke Aziaten (Japanners?) die uiterst spontante groepsfoto's maken... Arc de Triomphe is immens en prachtig, heeft geweldige details. Je raakt niet uitgekeken. Er is zelfs een stukje Nederlandse geschiedenis zichtbaar. We hebben dit gigantische monument niet beklommen, gezien de rij niet alleen enorm lang was, maar ook nog eens in een warme, benauwde en zweterige gang. Dan lopen we natuurlijk veel liever over de Champs-Élyseés in het zonnetje.

Toen we aankwamen, zag ik het al vanuit de auto. In de Swarovski winkel was een enorme Swarovski trap. Sowieso heb ik een zwak voor Swarovski, dus we hebben samen al het mooie en kostbare kristal bewonderd en de trap beklommen. Nadat we bijna sterretjes zagen van al het geglitter, zijn we verder gelopen en bij nog wat winkels gestopt. Ray-Bans gepast en etalages bekeken. Het is zo bizar dat mensen in Nederland idolaat zijn van Louis Vuitton en daar gewoon een winkel in de straat zit van dit bekende merk. Noem het en vindt het in de Champs-Élyseés.

Halverwege zag ik een bord met 'smoothies' erop en het was tijd om wat te drinken. Echter is dit niet helemaal volgens plan verlopen, want uiteindelijk hebben we bij Häagen Dasz zitten genieten. Ruben van een crêpe met mango-abrikoosijs, strawberry cheesecake-ijs, mango, frambozen en een bijpassend sausje. Ik op mijn beurt had iets wat ze een 'Raspberry & Summer Berries Smoothie Crunch' noemen: twee bolletjes raspberry-summer berriesijs, stukjes koek en verse frambozen en 'summer berries'. Goddelijk. Gewoon goddelijk.


De volgende bestemming was Jardin du Luxembourg. De reis daar naartoe bracht ons, te voet, over Place de Concorde, door de tuinen van het Louvre, het Louvre zelf, de Seine, de wijk Saint Germain en vele leuke, typisch Parijse straatjes. In de tuinen van het Louvre hebben we een tijdje zitten genieten van de omgeving, mensen (toeristen) en het zonnetje. Eenmaal aangekomen in de Jardin, hebben we deze activiteit voortgezet. Uiteindelijk nog wat rondgelopen, wat een bizar mooi en onwijs groot park. De bloemen waren prachtig en het Palais du Luxembourg adembenemend. De sfeer was ontspannen en gaf je het gevoel dat de tijd stil stond.


Vanaf de Jardin zijn we lopend op pad gegaan naar onze eetlocatie, die vandaag al bekend was. Ruben gaat in iedere grote stad waar een HardRock café is, in het café eten en ik doe daar natuurlijk maar al te graag aan mee. Onderweg hier naartoe (wederom te voet) maakten we een tussenstop bij Starbucks (voor het eerst van mijn leven heb ik een Starbucks betreden) waar Ruben van een heerlijke warme chocolademelk met karamel heeft genoten (God wat rook dat lekker!). Tot onze grote verbazing konden we bij HardRock direct zitten, terwijl we de laatste keer in Amsterdam twee uur met een raar kastje hebben zitten wachten tot het ding hysterisch begon te piepen. Voor mij bleek nu wel dat iedere HardRock toch weer anders is, ookal is het menu overal hetzelfde. De aankleding is gelijksoortig, maar toch weer anders. De sfeer echter is top, net als het eten en met een voldaan gevoel gaan we naar buiten. Een heel voldaan gevoel, want ik heb een mooi t-shirt bemachtigd en besloten dit bij ieder HardRock café te doen.

De eerste druppels vallen uit de lucht, maar nog binnen een minuut zijn dat ook de laatste druppels. Het plan is om even op te frissen en te rusten in het hotel, naar Tour Montparnasse te gaan en uiteindelijk in een jazzcafétje bij Les Halles te eindigen. Voor Tour Montparnasse blijken we geen puf meer te hebben en als we om 12.45 u eindelijk vertrekken, blijkt dat een uur later de laatste metro al gaat. Kortom, we hadden weinig keuze: uitgaan in Montmartre (waar het die avond niet echt naar ons zin was) of terug naar het hotel en toegeven aan de oververmoeidheid.

Als de laatste dag aanbreekt, kan ik maar moeilijk wakker worden. Ik ben uitgeput, maar o zo voldaan. We ontbijten bij een bakkerijtje wat ik de dag ervoor in Montmartre heb gespot en het is heerlijk. De beste pain du raisin die ik ooit gehad heb. Coquelicot heet deze patisserie en je moet er gewoon heen als je in Parijs bent (Ruben kreeg een warme chocolademelk in een soort van giga-soepkom). Ook dit ontbijt heb ik afgesloten met wat fruit (en mijzelf dus verwend met 300 gram frambozen! Mmm). Daarna rustig naar de auto en op weg naar Antwerpen. Onderweg nog even rustig lunchen en daarna op ons gemak doorkachelen.

Wederom komen we aan na een rustige en voorspoedige reis. In Antwerpen lopen echter allemaal rare, middeleeuwse figuren rond. In een pizzeria hebben we de vakantie afgesloten met een overheerlijke pizza.

Om tien uur 's avonds komen we dan uitgeput, voldaan, met tweehonderd foto's en zonder Madeleines thuis. Onze kuiten hebben het begeven van de spierpijn, maar wat een geweldig weekend was het.

Klik op 'meer lezen' voor een selectie van de foto's, allemaal gemaakt met mijn Nikon Coolpix L110, door Ruben en mij.




































































































1 opmerking: